Kinkhoest vaccinatie

kinkhoest

Kinkhoest is een besmettelijke ziekte. Mensen krijgen het door een bacterie. Door hoesten en niezen komen kleine druppeltjes met de bacterie in de lucht. Mensen kunnen deze druppeltjes inademen en besmet raken. Ook in Nederland kunt u kinkhoest oplopen. Een Kinkhoestinfectie kan bij volwassenen aanleiding geven tot langdurige en vervelende hoestklachten.

Kinkhoest verschijnselen beginnen meestal met koorts, verkoudheid, hoesten. Na ongeveer 2 weken worden de hoestbuien erger, vooral ’s nachts. Dat kan een opvallend blaffende hoest zijn. Tijdens de hoestbui kan iemand erg benauwd worden en gaan braken. Van die hoestbuien kan iemand erg moe worden. Na een paar weken wordt het hoesten langzaam minder. Bij jonge baby’s zijn de klachten soms anders, zoals: slecht eten, moeite met ademen, blauw aanlopen en is er kans op een ernstig beloop met ziekenhuisopname en (zelden) overlijden.

Als risicogroepen voor overdracht van kinkhoest kan gedacht worden aan gezondheidsmedewerkers en andere mensen die beroepsmatig veel in aanraking komen met jonge kinderen en gezinsleden. De Gezondheidsraad heeft eind 2015 het nut en de effectiviteit van verschillende vaccinatiestrategieën tegen kinkhoest beoordeeld. Zij concludeerden dat er geen indicatie is voor algemene kinkhoestvaccinatie van volwassenen vanuit het perspectief van de openbare gezondheid. Voor het vaccineren op kosten van de overheid van volwassenen met als doel het beschermen van kwetsbare personen is alleen gekozen bij zwangere vrouwen, vooral ter bescherming van het ongeboren kind.

In 2017 kwam de Gezondheidsraad met het advies om werknemers die op het werk in direct contact komen met kinderen tot een half jaar oud vaccinatie aan te bieden (Gezondheidsraad 2017). In de uitvoering van dit advies wordt prioriteit gegeven aan werknemers in de gezondheidszorg die beroepsmatig intensief contact hebben met pasgeborenen en prematuren (zoals werknemers op de neonatologie-afdeling, verloskundigen en kraamverzorgenden).