
Dengue is een virus die wordt overgedragen door een mug. Het denguevirus komt voor in (sub)tropische gebieden, zoals in Afrika, Zuidoost-Azië en het Caribisch gebied. Met name tijdens het regenseizoen zijn er uitbraken van dengue. Het virus veroorzaakt dengue fever, ofwel knokkelkoorts. Hierbij kun je last krijgen van griepachtige verschijnselen. Een klein deel van de infecties ontwikkelt zich tot een ernstige vorm van dengue. Zonder medicatie is ernstige dengue dodelijk.
Een denguebesmetting vindt plaats via een muggenbeet. De boosdoeners zijn voornamelijk de gelekoortsmug en de Aziatische tijgermug. Dengue is niet besmettelijk van mens op mens. In Nederland is er nog geen vaccinatie tegen dengue beschikbaar. Preventie van dengue bestaat op het voorkomen van muggenbeten. Op deze manieren kun je de kans op besmetting verkleinen:
De incubatietijd van het denguevirus is 3 tot 14 dagen. Niet iedereen krijgt klachten. Bij de mensen die wel klachten ontwikkelen, gebeurt dit meestal na 4 tot 7 dagen nadat zij zijn gebeten door een denguemug. De symptomen die bij dengue fever horen, lijken op griepachtige verschijnselen:
Er is geen specifieke behandeling voor dengue fever. Voor mensen met dengue is het voornamelijk belangrijk om rust te nemen en gehydrateerd te blijven. Medicijnen voor dengue bestaan uit koortsverlagende middelen en pijnstillers, zoals paracetamol. NSAID’s, zoals ibuprofen, moeten vermeden worden omdat deze het bloed verdunnen, wat de symptomen van dengue kan verergeren.